maandag 26 oktober 2009

Commerciële aanranding

Gezien schrijven in de praktijk maar al te vaak dienst doet als een uitlaatklep voor ergernissen, wil ik het graag hebben over wat ik noem ‘commerciële aanrandingen’. Plande je op je vrije dag een gezellig dagje schoppen op de Meir? Leer dan op zijn minst een goede smoes uit het hoofd, wapen je met een stevige handtas en oefen je ‘rot op’-blik in de spiegel. Want ik garandeer je dat, nog voor je vijf stappen voorbij de uitgang van de metro bent, je al minstens driemaal bent aangeklampt door iemand die iets van je wil. Ofwel wil men je een abonnement aansmeren of een lidmaatschap bij de een of andere vereniging of nog iets anders. Maar al laat u zich vertellen dat men enkel van u verwacht dat u even luistert, het komt er altijd op neer dat het u geld zal kosten en dat vaak op regelmatige basis.

Ik besef dat veel van deze mensen dit echt niet voor hun plezier doen en daarom probeer ik ook, wanneer ik de tijd heb, een persoon te selecteren die ik de kans geef zijn of haar volledige verhaal aan mij te vertellen terwijl ik nadenk over hoe ik kan duidelijk maken dat het daarbij zal blijven. Op die manier wordt de commerciële aanrander voor een keer niet brutaal afgewezen en heb ik meteen mijn goede daad voor die dag gesteld. De enige benadeelde partij is dus het bejaarde vrouwtje dat voor een keer haar plan zal moeten trekken bij het oversteken. Vroeger werd deze win-winsituatie nog met dankbaarheid onthaald: “Helaas, maar toch erg bedankt voor het luisteren”. Maar tegenwoordig worden deze mensen opgeleid om niet alleen doortastender maar ook vervelender uit de hoek te komen. Alle excuses worden onherroepelijk van de baan geveegd met maar, maar, maar.
Neen, ik wil geen nieuwe gsm-formule, nee, ik wil niet overstappen naar een andere en goedkopere provider want met de kleine lettertjes erbij geteld blijkt die twee keer zo duur. “Ja, maar mevrouw, ik garandeer u dat…” Neen, ik wil geen maandelijks magazine dat ik toch niet kan lezen wegens tijdgebrek. “Dat begrijp ik, maar u steunt er wel de…” Neen! Ik wil niet gedwongen worden om een aantal boeken te kopen binnen een bepaalde tijd. Ik heb al genoeg deadlines! Ik heb dit jaar al een fortuin aan boeken gekocht. Ik kan al een eigen bibliotheek beginnen. Mijn vader is bang dat hierdoor op een dag onze zoldering eens zal instorten. “Maar u moet toegeven dat de prijs…” Neen! Ik wil geen maandelijkse bijdrage doen. Ik ben blut! “Maar, toen ik student was en weinig inkomsten had, heb ik ook…” Neen! Als ik wil steunen, zal ik wel een eenmalige bijdrage storten via de informatie op de website. “Maar mevrouw, statistieken wijzen uit dat mensen die zeggen dat…” Neen, verdomme. Ooit al eens stilgestaan bij de betekenis van dit éénlettergrepige ontkennende bijwoord? Als ik geld wil uitgeven, dan lukt me dat wel alleen. Ik heb daar geen hulp bij nodig.

Ik zou er niet van opkijken als al die mensen door Roche zijn betaald om het gebruik van Valium te doen stijgen. Soms lijkt het alsof het enige excuus dat je nog kan inzetten is: “Ik heb voor één keer een vrije dag en dacht na lange tijd nog eens te genieten van een dagje winkelen. Is dat nog toegestaan zonder lastig gevallen te worden?!” En je kan ervan op aan dat meerdere mensen je aanklampen op enkele meters tijd. “Sorry meneer, trek alstublieft eerst een nummertje. Eerst moet ik Amnesty International, WWF, Mobistar en ECI nog afwijzen. Een ogenblikje geduld en dan is het uw beurt.” Het best begin je met je meest overtuigende help-nee-niet-ik-blik op te zetten. Dan kan je altijd proberen door te lopen en te gebaren dat je geen interesse hebt, no matter what. Maar dat wordt ook niet altijd even goed onthaald. Zo riep een jongeman me eens toe: “Mevrouw, mag ik u iets vragen?” Ik was in een assertieve bui en wimpelde zijn verzoek af met een niet geheel aarzelvrije “Nee, sorry.” Waarop de man me verontwaardigd nariep: “Nee, sorry!? Je weet niet eens wat ik ga vragen.” Ik liep toen door maar ik had me moeten omdraaien en moeten zeggen: “Vraag gerust meneer, tenminste, wanneer uw vraag geen verzoek is waarbij het er uiteindelijk op neer komt dat u iets nodig heeft van mij en waarbij ik aan het eind word verwacht in mijn buidel te tasten.” Ik ben benieuwd hoe hij gereageerd zou hebben. Uiteraard wist ik niet wat de man me wilde vragen, maar het leek me geen type dat de weg zocht. Hij had geen schrijfplankje en pen bij maar zijn vraag klonk alvast alsof hij medelijden wilde opwekken zodat hij sneller iets van mij gedaan zou kunnen krijgen. Er is dus een grote kans dat het weer zo’n gozer was die al maandenlang 30 eurocent te kort kwam om een treinticket te kopen. In dat geval had hij zijn afspraak toch al lang gemist.

Op je hoede zijn is de boodschap en hoe egoïstisch het ook klinkt: er moet iets inzitten voor jou. Wat heb je aan een deal waar je zelf niets aan hebt? Wat heb je aan nog meer verplichtingen dan je al hebt? Zo liep ik eens een vrouw tegen het lijf toen ik net een mondeling examen tot een goed einde had gebracht en ik eigenlijk rustig wat rondkuierde om mijn tijd op te vullen tot mijn medestudenten mij kwamen vergezellen. Deze vrouw stelde me enkele routinevraagjes over mijn snoepgewoonten en ontvoerde me vervolgens naar de bovenverdieping van een luguber appartement waar ik een tweede verhoor van een tiental minuutjes zou ondergaan dat uiteindelijk dertig minuutjes bleek te duren. Maar ik kreeg als beloning wel een doos overheerlijke koekjes en mocht tijdens het onderzoek ook een aantal koekjes proeven. Ik had, buiten de tijd die ik anders had opgevuld met etalagekijken, dus niets verloren en nog koekjes gekregen ook. Er werd mij bovendien niets aangesmeerd waar ik achteraf hopeloos vanaf wou, enkel een koekjesverslaving die me naar de supermarkt zal dwingen vanaf het moment dat de door mij uitgeteste koekjes in de winkelrekken liggen. Dat die andere commerciële aanranders daar maar hun lesje uit trekken. Misschien moet ik de volgende keer maar zeggen: “Nee, ik ben niet geïnteresseerd, tenzij ik gratis koekjes krijg.” Ofwel moet ik de eerstvolgende keer dat een voor de gelegenheid tot travestiet gepromote student me vraagt om vervallen snoepjes te kopen om zijn studentendoop wat aangenamer te maken – terwijl hij zelf kiest voor die miserie – of iemand me vraagt om de mishandelde puppy’s in Huppeldepup te steunen maar doen alsof ik geen Nederlands spreek. Dat heb ik tot nu toe nog niet geprobeerd.

1 opmerking:

  1. De koekjes zijn na lang onderzoek uiteindelijk 'lekker' bevonden en liggen nu sinds enige tijd in de winkelrekken. Het zijn de sesamkoekjes van Belvita in die kleine zakjes. Proeven maar!

    BeantwoordenVerwijderen